Wertheim Salomonson was, zoals u waarschijnlijk bekend is, een der grondleggers van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie. Hij bezat veel talenten, waaronder die voor muziek. Die artistieke aanleg had hij waarschijnlijk van zijn moeder gekregen. Zij publiceerde onder de naam ‘Madeleine’ en beheerste het Italiaans en Spaans. Veel aanstormend zangtalent kwam bij haar aan huis en Johan, zoals Wertheim Salomonson in huiselijke kring werd genoemd, begeleidde hen op het orgel. Tijdens zijn studie geneeskunde in Leiden bleef hij zijn muziekstudie voortzetten bij de bekende componist en dirigent Gottfried Mann. Maar het bleef niet bij musiceren alleen, hij componeerde ook. Zo schreef hij in 1885 de Maskerademars ter gelegenheid van het 62ste lustrum van de Leidsche Academie. Maar zijn composities werden ook aan het hof uitgevoerd. Tevreden was hij niet over zijn muziek. Hij heeft geprobeerd om de reeds gepubliceerde muziekstukken uit de markt te halen. Maar dat is hem niet helemaal gelukt. Zijn bladmuziek met drie liederen onder de titel ‘Drie gedichten van V.A. de la Montagne’ heeft de auteur dezes nog kunnen bemachtigen. Een audiofragment van een van die liederen, getiteld Op de Hoeve, is hieronder te beluisteren. Het wordt gespeeld op de piano. Dit is slechts een amateuristische weergave. Ik daag leden van de Vereniging uit om het beter te doen! U kunt mij bereiken op het emailadres dat op de homepage gebruikt wordt. U kunt de muziek hieronder in het café van Röntgens schoonvader afspelen.
1 Opmerking
Vorig jaar mei verscheen een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde met bovenstaande titel. Uit die titel is al af te leiden dat de auteurs het buikoverzicht als obsoleet beschouwen. Dat het nog steeds wordt gemaakt, wijten zij aan de natuur van de mens:
‘Het zit in de natuur van de mens om relevant bewijs te wegen op een bevooroordeelde (gebiaste) manier. We hebben de intrinsieke neiging om feiten die niet in ons straatje passen weg te redeneren en om bevestigend (consonant) bewijs hoger te waarderen dan ontkennend (dissonant) bewijs. Deze voorkeur voor bevestiging wordt een bevestigingsfout (confirmation bias) genoemd.’ Over het buikoverzicht is vroeger menig boek of artikel geschreven. Het is een onderzoek dat tot het verleden behoort. Ik kan me heel goed voorstellen dat het uit de tijd is. Maar als je het artikel leest en de bron van hun argumenten nagaat, dan bijten de auteurs in hun eigen staart. Ik kon niet nalaten hen daarop te wijzen in een ingezonden stuk, waarop zij of anderen tot mijn spijt nooit gereageerd hebben. Ik zou dus kunnen zeggen: wie zwijgt, stemt toe. Daarom hier nogmaals mijn reactie: ‘Op het gevaar af uitgemaakt te worden voor vertegenwoordiger van de oude garde en gezien te worden als adept van het X- buikoverzicht wil ik toch enkele kritische opmerkingen plaatsen bij het opinieartikel van collega Gans et al.[i] Hun mening is hoofdzakelijk gebaseerd op een multicentrische studie uit 2006 dat gepubliceerd werd in 2009.[ii] In dat onderzoek heeft het buikoverzicht geen gelijkwaardige behandeling gekregen vergeleken met echografie en CT. Werden de laatstgenoemde onderzoeksmethoden bekeken door een onafhankelijke onderzoeker i.c. een radioloog al dan niet in opleiding, het buikoverzicht werd meegenomen in het klinische traject en beoordeeld door de onderzoeker die het klinisch onderzoek had gedaan. Het was m.i. voor de kwaliteit van de studie beter geweest als ook het buikoverzicht door een onafhankelijke deskundige was beoordeeld. Nog overtuigender zou de studie zijn overgekomen als de volgorde van beeldvormende technieken willekeurig (at random) was verdeeld. Een dergelijke studie kan opmerkelijke, onverwachte resultaten opleveren, weet ik uit eigen ervaring. Hoewel de onafhankelijke onderzoeker in de studie zijn beoordeling deed los van eerdere bevindingen is het gevaar van beïnvloeding (bias) groot. Zo kan ik me voorstellen dat het buikoverzicht een functie heeft bij de indicatiestelling voor vervolgonderzoek: echografie of CT. En dan blijft de vraag over: heeft het buikoverzicht zin in omstandigheden waar geen echografie of CT onderzoek ter beschikking staan? In hun verwijzing naar het bovengenoemde multicentrisch onderzoek heeft ook hun redenering, zoals zij anderen verwijten, het karakter van de ‘drogreden van de bevestiging van de consequens’ (confirmation bias). Overigens zegt ook mijn gevoel dat het buikoverzicht zijn langste tijd heeft gehad, maar dat had ik graag onderbouwd willen zien met beter wetenschappelijk onderzoek.’ Zat ik fout? [i] Gans L, Stoker J, Boermeester MA. Een buikoverzichtsfoto voor het gevoel van de dokter. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7493 [ii] Laméris W, Van Randen A, Van Es HW, Van Heesewijk JPM, Van Ramhorst B, Bouma WH, et al. Imaging strategies for detection of urgent conditions in patients with acute abdominal pain: diagnostic accuracy study. BMJ. 2009;339:b2431 Pictorial turnsWe leven in een virtuele wereld, een wereld die door taal is opgebouwd. Een denkbeeldige wereld heet dat in het Nederlands. Het was een belangrijk filosofisch thema in de vorige eeuw. De namen van Wittgenstein en Rorty zijn eraan verbonden. Rorty sprak over een linguistic turn. Het onderwerp hield niet alleen filosofen bezig, maar beïnvloedde ook de denkwereld van de historici. Was geschiedenis nog wel objectief weer te geven of alleen te beschrijven in het subjectieve karakter van de taal? De Nederlandse theoretisch geschiedkundige Frank Ankersmit gaat daar uitvoerig op in in zijn boek 'De sublieme historische ervaring'. Er was geen houvast meer. De tijd van het postmodernisme brak aan, waarin alles mogelijk was. In deze post-linguistische periode komt de kunsthistoricus Mitchel in 1994 met zijn theorie van de pictorial turn. In de wetenschap had deze pictorial turn al meer dan honderd jaar eerder plaatsgevonden met de mechanische registraties, waaronder de in de 19e eeuw ontdekte fotografie, zo fraai beschreven door Daston en Galison in hun prachtige boek 'Obiectivity'. Ook in de geneeskunde vond deze omwenteling plaats. De aan het einde van de 19e eeuw ontdekte röntgenstralen kwamen daarbij als geroepen. Maar de radiologie bracht niet direct een verandering in het denkpatroon van de arts. Pas in 1908 leert Wenckebach hoe een röntgenfoto gelezen moet worden. Ik heb dat uitvoerig beschreven in mijn proefschrift. Hier was dus sprake van een pictorial turn. Maar de "taal' sloeg niet bij iedereen direct aan. Chirurgen gingen zelf wel kijken wat er aan de hand was. Pas in de zeventiger jaren van de vorige eeuw wordt de röntgenfoto geloofwaardiger en zien we vrijwel iedere arts met een lichtkast afgebeeld, waar voorheen de stethoscoop zijn imago bepaalde. Hier zou je dus kunnen spreken van een tweede pictorial turn. Dit tweede keerpunt liep niet toevallig samen met de ontdekking van de CT-scan. Maar er is nog een derde pictorial turn in de negentiger jaren, waar patiënt en arts beiden zich buigen over het röntgenbeeld en zich erop verlaten: "ik heb het zelf gezien" (zie bijgaande figuur). De autopsie, het 'met eigen ogen zien', heeft zijn ultieme betekenis gekregen. Het lijden wordt in de foto of in het beeld gelegd, in een virtuele, picturale wereld. Het beeld of de afbeelding is niet meer het denkschema van de expert, maar wordt beleefd als het werkelijke lichaam. Maar in de figuur wordt ook duidelijk dat het zichtbare niet zonder het zegbare kan. Alleen waarover gesproken kan worden, wordt gezien. Taal speelt een belangrijke rol in de radiologie, maar daarover later meer.
|
AuteurK.J.Simon, em. radioloog. Proefschrift: De wetenschappelijke ontwikkelingen in de radiologie en radiotherapie binnen de geneeskunde in Nederland 1896-1922 Archives
December 2016
Categorieën |